Beeldblog: Verdrinken in kleuren – Mark Rothko
Rothko is een kunstenaar met een levensgeschiedenis waar schrijvers van filmscripts wel mee uit de voeten kunnen. Als zijn (joodse) familie in 1913 Letland verruilt voor Amerika om daar het grote geluk te zoeken, is Mark 10 jaar.
Hij volgt een kortstondige kunstenaarsopleiding en vestigt zich op 22 jarige leeftijd vanuit Portland (Oregon) in New York. Na korte tijd beëindigt hij ook deze opleiding en zoekt zijn eigen weg, stoï- cijns, alleen. Om in zijn onderhoud te voorzien, combineert hij zijn kunstenaarschap met het do- centschap aan de Center Academy in Brooklyn, New York.
Ik word keer op keer betoverd door het werk van Rothko; zijn grote rechthoekige, vaak staande doeken met daarop twee of drie monochrome kleurvlakken tillen me op. Ik verdrink in die kleuren. Aan de randen van de vlakken zitten rafels, vloeien kleuren haast onzichtbaar in elkaar over. Zijn kleuren variëren in die vroege jaren van helder, licht, zeg: van geel naar oranje en rood. Het lijkt voorjaar, met de eerste warme zonnestralen.
In de loop der jaren kleurt zijn palet steeds donkerder en lijkt het werk een afspiegeling van zijn mentale status. De rafels zijn gebleven, de vlakken trillen nog steeds, de composities vergelijkbaar met die uit vroeger tijd. Toch zijn ze anders.
Hij heeft ruzie met de wereld, zijn omgeving, collega’s, met zijn vrouw, met zichzelf; hij voelt zich onbegrepen en ondergewaardeerd. Zijn werken worden alsmaar donkerder en drukken op je gemoed. Je verdrinkt opnieuw. Je blijft er heel dicht op staan, 18 inches oftewel 45 centimeter. Op die (ideale) afstand moet je (van hem) staan om het werk te voelen, te begrijpen. Ik wens dat ik hem had kunnen zeggen hoe zijn werk me raakt. Dat zijn werk er wél toe doet. Had dat hem kunnen redden? We zullen het nooit weten.

Mark Rothko, No. 14