De Pitch
Afgelopen vrijdag 26 april vond er een vreemd fenomeen plaats in Almere. Er moest worden gezocht naar een nieuwe partij, die ervoor kan zorgen dat kunst- en cultuuronderwijs (opnieuw) een plek krijgt in het basisonderwijs. De vorm die hiervoor werd gekozen was: ‘De Pitch’.
Wat me opvalt, is dat zich veel gegadigden meldden om te pitchen. ZZP-ers met een cultuurachtergrond, nieuwe collectieven vanuit culturele instanties, onbekende spelers in het veld en anderen. Ze hengelen allemaal naar de kans op het geld om de functie te kunnen vervullen.
De taak om de pitches te beoordelen lag bij de verantwoordelijk ambtenaar van de gemeente, geassisteerd door zijn medewerkers. Een zware taak, want het betreft de culturele toekomst van ca. 80.000 jonge kinderen in de stad.
Deze ambtenaar stond vrijdag dus voor een schier onmogelijke taak. Ik kan me niet voorstellen dat er iemand in zijn schoenen wil staan. Want in Almere is een uitermate moeilijke situatie ontstaan, omdat het stadsbestuur nog heel weinig geld te vergeven heeft aan kunst, cultuur en cultuureducatie; niet alleen de Kunstlinie moest daarom reorganiseren, maar ook alle andere culturele instellingen.
Voor de Almeerse kinderen was de Kunstlinie heel belangrijk. Deze instelling vervulde een schakel tussen de prachtigste kunstprogramma’s en de scholen. Kinderen maakten op die manier, met veel plezier, kennis met beeldende kunst, architectuur, muziek, dans en toneel en ze leerden er nog veel van ook. Ineens zag het er naar uit, dat de schoolkinderen in het nieuwe schooljaar dat mooie cultuuraanbod van de Kunstlinie zouden moeten missen.
Het stadsbestuur gaat er namelijk van uit, dat het werk van de Kunstlinie veel goedkoper kan met de benoeming van een ‘cultuurmakelaar’. Een soort vertegenwoordiger van alle culturele instellingen, die met een portefeuille vol cultuuraanbod langs de scholen gaat en de meester of juf op school gaat vertellen wat goed zouden kunnen aansluiten bij hun eigen schoolprogramma.
Op het moment dat het stadsbestuur met die gedachte op de proppen kwam, waren de poppen aan het dansen. Collega’s binnen de Kunstlinie werden ineens elkaars concurrenten. In het hechte team sloeg de argwaan toe. Er kwamen splintergroepjes die zélf de rol van coördinator/makelaar wilden vervullen.
Op vrijdag 26 april 2013 was de grote dag… de ambtenaar kreeg pitches voorgeschoteld van alle gegadigden en hij moet vervolgens de gordiaanse knoop doorhakken.
Alle partijen hebben gepitcht. Waarschijnlijk deed de één zich nog beter voor dan de ander. Maar… zal het beste plan wel worden gekozen? Zal de handigste performer winnen? Is er goed genoeg nagedacht? Is de kwaliteit wel gewaarborgd? Is de overgang wel goed geregeld? Is er goed genoeg nagedacht over de subsidiekaders? Is er nagedacht over een onafhankelijke vertegenwoordiger die namens de gemeente die kaders zou kunnen bewaken? Uiteindelijk zal het toch om de kwaliteit van de cultuureducatie gaan, nietwaar?
Stel dat er inmiddels, door het onaangename schuren langs elkaar, een klimaat van wantrouwen is ontstaan? Zou daardoor het welig tieren van het plantje dat cultuur heet, teniet gedaan kunnen worden? Zouden de instanties en personen die er toe doen nog wel van harte kunnen samenwerken aan de prachtprogramma’s voor de jeugd in Almere, of is inmiddels door onderlinge concurrentie een verziekt klimaat ontstaan, waardoor de kinderen, hun juffen en meesters het zélf allemaal maar moeten uitzoeken?
Ik wacht in spanning af of de arme ambtenaar een antwoord heeft weten te vinden van warme wijsheid. Zou jij in zijn schoenen willen staan? Ik niet!
Hoe het is afgelopen, daarover een volgende keer!
Ik geef gitaarlessen sinds 1981 na mijn muziekvakopleiding gehaald te hebben.
Op dit moment heb ik een juf op les en in het verleden heb ik meerdere juffen op les gehad. Altijd leuk en leerzaam. Wat ik maar wil zeggen is dat kennis en vaardigheden van zelfstandige docenten nu eens niet over het hoofd moeten worden gezien, ondanks het Kunstlinie drama, overigens kan het krijgen van subsidie positief als negatief uitwerken, een “open deur” wellicht maar denk aan de kansen die je krijgt door meer geld noem het “een warm nest” als wel als een “verstikkend keurslijf” noem dat de bemoeienis van allerlei instanties.
Ik mag spreken uit ervaring, ik heb meer dan 20 jaar gewerkt voor gemeentelijke muziekschool “De Meerse” nu “Pierka” in hoofddorp.
Hartstikke goed, Cees, die juffen die gitaarles van je krijgen zonder het knellende korset van subsidiegevers.
Maar … uh, cultuureducatie is toch meer dan muziekles? Ik dacht dat het de bedoeling is dat kinderen talrijke gerechten leren proeven uit onze rijke cultuurkeuken. Een keuzemenu uit de wereld van toneel, dans, ook muziek natuurlijk, de beeldende kunst, film, architectuur, cultureel erfgoed en zelfs de wereld van de literatuur.
Dat krijg jij in je eentje echt niet voor elkaar. Daar is méér voor nodig dacht je niet?
Dus wel of niet gesubsidieerd, graag een brede ondersteuning cultuureducatie voor alle meesters en juffen!
Heel eenvoudig laat het over aan de juffen en meesters die weten wat goed is voor de kinderen
Weten zij dat niet dan zijn er altijd kanalen te vinden
Hé Fridjof, in het basisonderwijs is het al jarenlang crisis. Dat weet heel Nederland toch!
Onder druk van de publieke opinie, de politiek en de inspectie zijn de meesters en de juffen vooral met rekenen en taal in de weer. Voor kunst en cultuur hebben ze het veel te druk en al helemaal geen tijd om het allemaal zelf uit te zoeken.
Professionele ondersteuning, zoals van De Kunstlinie is en blijft nog steeds meer dan welkom.
Dus eerst even nadenken voor je wat uit de losse pols beweert en haal de roze glazen maar snel uit je bril.
Ket Kreins